Ik dacht dat het een cafe was, en dat was het ook. Ik ben er nu echt: als ik naar binnen stap voel ik dat ik er ben. Mijn voeten betreden de planken die licht veren, of zijn het mijn zeebenen? Het is er bruin en behaaglijk. Er staan 4 tafeltjes verdeeld over de 3 vrije wanden, eentje links van de deur, de tweede in de hoek, de derde aan de linker wand, de vierde rechts aan de zij wand en een stamtafel in het midden, de verste wand is voor de bar. Boven elk tafeltje hangt een scheepslamp, boven de stamtafel een grotere versie van dezelfde lamp.
De bar lijkt wel een heel eind weg, er is hier ook niemand. Och ja, daar zie ik al de barman, tappend een biertje. Terwijl ik loop naar de bar zet hij het bier voor mij neer, ik zet mijzelf ook neer, op de barkruk. En verder is er niemand, dacht ik nog steeds, maar ik hoor gelach in de hoek linksachter me. Er zitten twee vrouwen daar! En ze lachen dus, daar in die hoek aan het tweede tafeltje. Ze zijn drinkend zeker geen bier als ik het goed zie. Nee, nee, ik zie het voorwaar wel goed. Het kon wel eens een bessenlikeur en een rode wijn zijn, dat die vrouwtjes respectievelijk nuttigen! Valt eigenlijk nog mee dus, zo weinig publiek als dat hier komt. Wacht even, nou meen ik toch duidelijk biljartballen horen kaatsen… Ik draai mij eens om van mijn barman af, en inderdaad ik zie daar het laken al. Godverdomme! Waar ik dacht een stamtafel te herkennen blijkt een spelend geheel van biljard met dienaangaande beoefenaars te zijn!
“Hee, barman! MAG IK NOG ZO FIJN EEN BIER VAN U!”, schreeuw ik naar de barman die me toch al lichtelijk doof voorkwam.
Wat er toen gebeurde verklaarde waarom ik de rest van mijn leven een goede en langdurige relatie met al deze mensen opbouwde. Althans dat zou in mijn droom eens waar kunnen zijn. Ik heb een boze barman voor mij, hij wijst mij op een bord achter de bar op het dekblad van de vitrine, Ik had het bord al gezien, maar niet bewust en nu hij het uitwees zag ik het ook voor het eerst. Ik lees daar namelijk een tekst die mij niet lang maar toch intensief zou heugen, zeker gedurende de tijd dat ik nog behoefte had aan een “getapte rakker”, die avond. Ik lees het volgende niet al te luid, maar toch hardop voor aan de barman, die ik ook nog eens verdacht van een zekere mate van kippigheid met zijn wekpotglazen bril: “Wilt gij nochtans een versnapering, dringt dan niet aan maar geef het de tijd.”
Nu moet ik er bij vertellen dat ik niet goed den boosheid des Barmans begreep want als volgt ging het bord verder: “Mocht de tijd nochtans niet te vergeven zijn, laat dan uw behoefte luid en duidelijk merken.”
Ook nu weer lachen de vrouwen in de hoek, met heuren wijn en likeur.. zou dat dan nooit op raken? Ik draai mij nogmaals om naar het Libre spel dat wordt gespeeld door 3 in boerenklederdracht gehulde jongens. Het scorebord is overduidelijk niet aanwezig, oh ja, op de bar ligt een notitie blokje met 3 namen onder elkaar en verticale streepjes erachter. Ik vermoed dat daar de gescoorde punten op worden bijgehouden … de onverlaten! Ik heb toch een bui dat ik eigenlijk hier en daar met de naastgelegen pen een streepje bij wil zetten. Misschien bied ik mij wel aan als arbitrair persoon, maar dan later op de avond. Ik volg het spel zonder verdere score en word via mijn gehooringang geleid naar het vierde tafeltje, aan mijn linkerzijde te zien. Ah ja, ik dacht al dat ik het goed hoorde: het geflap van speelkaarten wordt nu bevestigd door de aanblik van 4 mannetjes met de handen er vol van. In schier willekeurige volgorde leggen ze de kaarten op een stapeltje tot eentje het stapeltje pakt en op zijn kant van de tafel legt. Het is zeker oppassen voor deze heren want 3 asbakken staan ook daar waar zij de stapeltjes telkens neerleggen, en een brand is zo begonnen en vaak moeilijk gedooft!
De barman geeft mij geen tijd meer om te schreeuwen om bier, de volgende staat er al en het smaakt goed, zo kijkend naar de vrouwen het biljard en het kaartspel. Och jongens dit kan een mens toch vermaken!