De tijd bestaat niet (natuurkundige beschouwingen 1)

Mensen, hou je maar vast want de tijd bestaat niet en is slechts een verzinsel van de menselijke geest (zie dit verhaal). Nu is dieseint niet wars van buiten kaders tredend denkwerk dus daar gaat ie dan:

Is de eerste en meest voor de hand liggende conclusie dat een mens in de ruimte (niet onder invloed van zwaartekracht) oneindig oud kan worden?
Zou je bijvoorbeeld de vraag kunnen stellen dat als tijd niet wordt meegenomen gebeurtenissen instantaan plaatsvinden?
Moet je dan de conclusie trekken dat er geen causaliteit bestaat?
Kun je de conclusie trekken dat materie (even simpel houden) overal is? (Ik bedoel het zo: de aarde is overal aanwezig in de banen die het heeft beschreven, of nog anders: elk deeltje is op elke plek waar het ooit geweest is. Je kunt dus niet zeggen waar het is?)
En dus ook op al die plekken kracht uitoefent?
Mag dieseint dan aannemen dat wij niet bestaand, danwel altijd bestaan, als individu bedoel ik.
Zo ja, wat heeft dat dan weer voor consequenties?

Hier rest alleen nog maar commentaar.

Meer dan 10 regels tekst is verplicht. Hahahaha!

Published in: on januari 7, 2010 at 7:57 pm  Comments (3)  
Tags: , , ,

Vaknatie of zoiets 1

Ik was laatst op vaknatie. Ik ging naar een warm land. Met mijn laatste centjes kocht ik een vlucht naar de Canarische Eilanden. Niet Lanzarote, Tenerife of zoiets, maar La G… De naam doet me niet zoveel. Ik zou er heen gaan al was het het laatste wat ik zou doen. Ik zou er heen gaan met mijn overtuiging dat alles het laatste zou zijn wat ik deed. Ik geef niet om tijd. Dus of ik vooruit schrijf, of dat ik naar achteren kijk in dit verhaal interesseert me gewoon niet. Nou, ik vloog om half zeven en landde om half negen. Dit wegens een uur tijdsverschil was niet zolang dus. Ik stak en rolde eerst een shagje op. Waarschijnlijk klopt het allemaal niet omdat het niet echt gebeurd is, dus vandaar.

Published in: on januari 7, 2010 at 7:26 pm  Geef een reactie  
Tags: ,

Even bellen 1

Vanavond even bellen met iemand. Maar met wie? Dat is nog de vraag. Ik heb wel een idee, maar met de film in mijn achterhoofd is het lastig denken. Het idee komt uit mijn verleden en de film is van de toekomst. Waar zal ik het laten dat verleden?  Moet ik het laten zoals het is? Of zal ik er wat aan doen. De grote liefde van mijn leven is niet beantwoord, maar bellen kan toch altijd? Wie heeft de keuze gemaakt om er mee te stoppen, ik in ieder geval niet. Nieuwe inzichten zijn tot mij gekomen in mijn hour of need. En need is all I have. Always. Klinkt als een reclameslogan, maar dat is het niet. Ja, dat is het wel, reclame voor dieseint en dat zal hij nodig hebben in deze barre tijd, die tevens de gelukkigste van zijn leven zijn. Ja menzen, dieseint heeft crisis nodig om optimaal te presteren. Zolang het duurt zal hij dat doen. Ondertussen zoekt hij naar een manier om die crisisreactie om te zetten in een permanente levensstijl. Daarbij is hij niet bang om iets overhoop te laten gaan. Binnenkort nader bericht.

Published in: on januari 7, 2010 at 7:10 pm  Comments (1)  
Tags: , , ,

Hier ver vandaan 5

Hier ver vandaan woont de houthakker.
In een huis van stammen gemaakt.
Met een dak van mos en loof.
En een gat voor het vuur.

Laat nu net in dat gat een uil kijken.
De uil is wijs, maar kippig.
Hij ziet niet de vos in het huis.

Van de tafel springt de vos op de schouw.
Met zijn bek pakt de vos al springend de uil.
De oehoe echoot in de lege maag van de vos,

De houthakker is bij de eik en bedenkt zich net,
Dat hij van al dat hout eens een deur moest maken.

Published in: on januari 7, 2010 at 5:37 pm  Comments (1)  

Hier ver vandaan 4

Hier ver vandaan staat een oude eik.
Het is de vergaderplaats voor de dieren.
En de houthakker, die vindt er rust.

De eik is ook erg groot.
Zijn vertakkingen zijn ontelbaar.
Alle dieren zijn altijd welkom.
Behalve als de eik zich schaamt.

Waar zou een eik zich nou voor moeten schamen?
Nou, zijn bast is ietwat rimpelig, op plekken.
En er vallen hier en daar wat gaten in zijn loof.
Hij drupt soms wat hars, ongemerkt.

Het is dus ouderdom dat zijn schaamte veroorzaakt.
Geen dier die ooit daaraan denkt.
En dat steekt de eik, soms.

De eik moet ook iets anders toegeven.
Dat hij moeite heeft zich te uiten.
Hij laat wel eens zijn eikels wat eerder in het jaar vallen.
Maar geen dier die dat opvalt.

Published in: on januari 7, 2010 at 5:37 pm  Geef een reactie  

Hier ver vandaan 3

Hier ver vandaan daagt een dageraad.
Alle dieren en de houthakker slapen nog.
Toch niet de vos.

Hij sluipt door het dorhout.
Maar weet toch takjes niet te kraken.
Als was het een katachtige.

Wat zoekt de vos? Een lekker hapje?
Nee, hij is zijn holletje kwijt.
Dit, na dat gedonder met die houthakker.

Published in: on januari 7, 2010 at 5:36 pm  Geef een reactie  

Hier ver vandaan 2

Hier ver vandaan is een waterval.
Massaal donderen druppels naar benee.
Razend komen ze beneden aan.
Een hert drinkt het meer en kijkt op.

Een beer slaat zalm in de rivier!
De rivier stroomt van het meer.
De vos loert uit de bosjes.

Een houthakker zit en drinkt,
door hem zelfgemaakt bier.

Het konijn hangt boven het vuur.
Met het spit door zijn kont, geprikt.

Published in: on januari 7, 2010 at 5:35 pm  Geef een reactie  

Hier ver vandaan 1

Hier ver vandaan ligt een houthakker te slapen.
Een hert snuffelt aan zijn kont.
Het reeds gekloven hout staat in een rondje van stapels.
Een konijn heeft de eerste wacht.
De wind ruist zacht.

En daar komt de vos.
Het hert richt zich op van de houthakker.
De houthakker schrikt wakker.
Het konijn toont zijn witte kontje.
Het hert stuift ergens anders heen.

De vos rent rond de stapels.
De houthakker pakt zijn bijl.
Heft de bijl boven zijn kruin.

Zoef, daar ging de vos net voor de bijl.
Het staal raakte hem niet.

De volgende stam wordt gekloofd.

Published in: on januari 7, 2010 at 5:34 pm  Geef een reactie  

In ieder geval iets 3

Ik dacht dat het een cafe was, en dat was het ook. Ik ben er nu echt: als ik naar binnen stap voel ik dat ik er ben. Mijn voeten betreden de planken die licht veren, of zijn het mijn zeebenen? Het is er bruin en behaaglijk. Er staan 4 tafeltjes verdeeld over de 3 vrije wanden, eentje links van de deur, de tweede in de hoek, de derde aan de linker wand, de vierde rechts aan de zij wand en een stamtafel in het midden, de verste wand is voor de bar. Boven elk tafeltje hangt een scheepslamp, boven de stamtafel een grotere versie van dezelfde lamp.
De bar lijkt wel een heel eind weg, er is hier ook niemand. Och ja, daar zie ik al de barman, tappend een biertje. Terwijl ik loop naar de bar zet hij het bier voor mij neer, ik zet mijzelf ook neer, op de barkruk. En verder is er niemand, dacht ik nog steeds, maar ik hoor gelach in de hoek linksachter me. Er zitten twee vrouwen daar! En ze lachen dus, daar in die hoek aan het tweede tafeltje. Ze zijn drinkend zeker geen bier als ik het goed zie. Nee, nee, ik zie het voorwaar wel goed. Het kon wel eens een bessenlikeur en een rode wijn zijn, dat die vrouwtjes respectievelijk nuttigen! Valt eigenlijk nog mee dus, zo weinig publiek als dat hier komt. Wacht even, nou meen ik toch duidelijk biljartballen horen kaatsen… Ik draai mij eens om van mijn barman af, en inderdaad ik zie daar het laken al. Godverdomme! Waar ik dacht een stamtafel te herkennen blijkt een spelend geheel van biljard met dienaangaande beoefenaars te zijn!
“Hee, barman! MAG IK NOG ZO FIJN EEN BIER VAN U!”, schreeuw ik naar de barman die me toch al lichtelijk doof voorkwam.
Wat er toen gebeurde verklaarde waarom ik de rest van mijn leven een goede en langdurige relatie met al deze mensen opbouwde. Althans dat zou in mijn droom eens waar kunnen zijn. Ik heb een boze barman voor mij, hij wijst mij op een bord achter de bar op het dekblad van de vitrine, Ik had het bord al gezien, maar niet bewust en nu hij het uitwees zag ik het ook voor het eerst. Ik lees daar namelijk een tekst die mij niet lang maar toch intensief zou heugen, zeker gedurende de tijd dat ik nog behoefte had aan een “getapte rakker”, die avond. Ik lees het volgende niet al te luid, maar toch hardop voor aan de barman, die ik ook nog eens verdacht van een zekere mate van kippigheid met zijn wekpotglazen bril: “Wilt gij nochtans een versnapering, dringt dan niet aan maar geef het de tijd.”
Nu moet ik er bij vertellen dat ik niet goed den boosheid des Barmans begreep want als volgt ging het bord verder: “Mocht de tijd nochtans niet te vergeven zijn, laat dan uw behoefte luid en duidelijk merken.”
Ook nu weer lachen de vrouwen in de hoek, met heuren wijn en likeur.. zou dat dan nooit op raken? Ik draai mij nogmaals om naar het Libre spel dat wordt gespeeld door 3 in boerenklederdracht gehulde jongens. Het scorebord is overduidelijk niet aanwezig, oh ja, op de bar ligt een notitie blokje met 3 namen onder elkaar en verticale streepjes erachter. Ik vermoed dat daar de gescoorde punten op worden bijgehouden … de onverlaten! Ik heb toch een bui dat ik eigenlijk hier en daar met de naastgelegen pen een streepje bij wil zetten. Misschien bied ik mij wel aan als arbitrair persoon, maar dan later op de avond. Ik volg het spel zonder verdere score en word via mijn gehooringang geleid naar het vierde tafeltje, aan mijn linkerzijde te zien. Ah ja, ik dacht al dat ik het goed hoorde: het geflap van speelkaarten wordt nu bevestigd door de aanblik van 4 mannetjes met de handen er vol van. In schier willekeurige volgorde leggen ze de kaarten op een stapeltje tot eentje het stapeltje pakt en op zijn kant van de tafel legt. Het is zeker oppassen voor deze heren want 3 asbakken staan ook daar waar zij de stapeltjes telkens neerleggen, en een brand is zo begonnen en vaak moeilijk gedooft!
De barman geeft mij geen tijd meer om te schreeuwen om bier, de volgende staat er al en het smaakt goed, zo kijkend naar de vrouwen het biljard en het kaartspel. Och jongens dit kan een mens toch vermaken!

Published in: on januari 7, 2010 at 5:28 pm  Geef een reactie  

In ieder geval iets 2

Ik loop in een weiland. De zon schijnt, er is geen wind, alles is stil. Ik moet naar dat schuurtje. Ik loop al zeker 2 uur en ben nog niet dichter.
Hoe ver is het nog? Sta ik stil terwijl ik loop? Ik begin te rennen. Ik heb het warm, ik gooi mijn jas uit, hij verdwijnt in de grond. Ik moet naar het schuurtje. Ik probeer te sprinten maar iets trekt aan mijn rechterbeen. Ik zie een hand, hij heeft me vast. De hand klemt zo hard, ik voel mijn been wortelen hier in de grond. Dat wil ik niet! Uit alle macht trek ik mijn been los, wil verder, maar val, als een veertje dwarrel ik naar beneden. Het wordt donker en kil. Er verschijnt een lichtpunt in het schuurtje. Allemachtig wat is het koud… ik moet bewegen, intuïtief maak ik een zwembeweging, dat lukt. Ik zwem naar het licht. Het komt nu wel dichterbij, of toch niet, ja, toch wel. Het wordt groter en groter, het is geen lichtje, het is de zon, in het schuurtje. Ah, wat brandt de zon! Mijn huid wordt te heet, mijn haar brand en mijn ogen vervuren, ik zie niets meer dan alleen maar licht.
Dan ineens sta ik weer in het weiland, voor de schuur. Ik hoor vogels en krekels. De wind beweegt het gras en met eenzelfde golving mijn haar, ik BEN een grasspriet. Maar ik ben ook een vogel, en ik ben het weiland, en ik ben het schuurtje en ik ben alles en ik roep “Open me!”. De schuur heeft een deur, ik open de deur. Ik zie niets maar hoor iets achter me in de verte, in het weiland. Laag gerommel, het wordt snel luider, het komt dichterbij. Tot een donderend geraas me in de schuur zuigt. Mijn handen grijpen nog net de deurpost en proberen vast te houden. Ik hang met mijn handen aan de deurpost, mijn benen zijn inmiddels kilometers lang, mijn kleren worden afgerukt, mijn huid begint los te laten en stroopt langzaam vanaf mijn kruin af,  al mijn weerstand is verdwenen en ik duizel naar beneden. Ik hoor geschreeuw, duivels gelach, ik zie iemand die wordt gemarteld in verwrongen beelden, zijn ogen worden uitgestoken en ik val verder. Ik zie een slagveld, hoor kanonnen, ik zie rivieren van bloed en pijn stromen naar een vuur.  Een donkere stem roept: “Kom hier! Kom hier!” De stem sterft weg, ik val stil en open mijn ogen. Het is kwart voor vijf, de regen klettert op mijn dakraam. En het onweert, maar het trekt alweer weg.

Published in: on januari 7, 2010 at 5:27 pm  Geef een reactie